Plakjes
deeg laten ontdooien. In (stoom)pan een bodem water aan de kook brengen.
Kipfilets inwrijven met zout, peper en nootmuskaat en in stoommandje
of vergiet leggen. Mandje boven kokend water hangen en in ongeveer 10
minuten gaarstomen. Kip laten afkoelen en in plakjes snijden.
Preien
in flinterdunne ringetjes snijden. Sjalot pellen en fijnsnipperen. Boter
smelten en preiringen in ongeveer vier minuten zachtjes roerbakken.
Vuur uit en sjalot erdoor scheppen.
1 ei splitsen.
Eiwit met 2 eetlepels slagroom loskloppen. Dooier met het andere ei
en de rest van de slagroom, zout, peper en nootmuskaat loskloppen.
Oven voorverwarmen
op 200 graden. Taartvorm (springvorm) invetten en bekleden met zes plakjes
deeg. Prik met een vork wat gaatjes in de bodem.
De helft
van de prei over de bodem van de taart verdelen. Hierop de plakjes kip
leggen. Afdekken met de rest van de prei. Eigeel-roommengsel eroverheen
gieten.
Met het
overgebleven deeg de taart afdekken, druk de randjes dicht. Maak in
het midden van de taart een gaatje. Bestrijk de bovenkant van de taart
met het eiwitmengsel.
Zet de
taart iets onder het midden in de oven en bak in 35 tot 40 minuten goudbruin.